Tête-à-tête: 2 individuele spelers met elk 3 ballen.
Doublette: 2 teams van elk 2 spelers. Elke speler heeft 3 ballen, dus elk team heeft 6 ballen.
Triplette: 2 teams van elk 3 spelers. Elke speler heeft 2 ballen, dus elk team heeft 6 ballen.
Eerst wordt geloot wie mag beginnen. Degene die begint, trekt een cirkel op de grond met een diameter van ongeveer 35 tot 50 cm.
Hij of zij gaat in de cirkel staan en werpt het kleine houten doelballetje (de but) op een afstand van 6 tot 10 meter. De but moet minstens 1 meter van obstakels verwijderd tot stilstand komen. Daarna probeert hij of een andere speler van het team de eerste bal zo dicht mogelijk bij de but te plaatsen.
Vervolgens krijgt het andere team de beurt. Zij blijven werpen totdat een van hun ballen dichter bij de but ligt dan de tegenstander, of totdat zij al hun ballen hebben gespeeld. Daarna is het andere team weer aan de beurt, enzovoort...
U mag alle ballen – uw eigen, die van de tegenstander en de but – wegstoten of wegschieten om een gunstigere positie voor uw ballen te verkrijgen. Als de but echter tegen een obstakel of de grens stuitert, moet de werpronde opnieuw worden gestart.
De regels – Jeu de boules in 5 minuten
Pas als alle ballen gespeeld zijn, worden de punten geteld. Degene of het team waarvan de bal het dichtst bij de but ligt, wint de ronde. Ligt zelfs een tweede bal dichter dan die van de tegenstander, krijgt u 2 punten, enzovoort! Er kunnen tot 6 punten (bij tête-à-tête maximaal 3 punten) per werpronde gescoord worden.
De winnaar van de werpronde trekt op de plaats waar de but lag een nieuwe werpcirkel en werpt de but voor de volgende ronde.
Het spel is gewonnen wanneer de individuele speler of het team 13 punten heeft behaald.